Deze sambal van Oma is bereid met een door chef Karl samengestelde pepermix, Petéh bonen en een reeks verse kruiden.
De petéhboon is een Indonesische peulvrucht, die in verrassend veel Oosterse gerechten wordt gebruikt, vooral in verschillende sajoers (soep-achtig groetengerecht). Sommige mensen vinden deze boon een echte ‘stinkboon’ omdat hij inderdaad een sterke geur heeft. In Indonesië wordt hij ook in de schil gepoft of gepeld in een kommetje als voor- of bijgerecht geserveerd. Zoals bij Oma’s oelek worden ook voor de Peteh zo veel mogelijk reststroompepers gebruikt en pepers die niet mooi genoeg zijn om in de winkels te mogen liggen. Dit geeft ook nog een duurzamer tintje aan onze sambals.
Note van Sambal Chef Karl: “Als je met petéhbonen een gerecht maakt, moet je daar voorzichtig mee omgaan. Want je wilt niet dat de petéh smaak overheerst, maar hij moet wel duidelijk aanwezig zijn. Het was vooral lastig om de juiste grofheid van de gemalen boon te bepalen: te grote stukken waren te dominant voor de smaak, maar met te kleine stukjes ging er juist te veel smaak verloren.
Een belangrijk moment was de voor mij ‘gouden tip’ van een tante die zei dat ik sereh en limoenblad moest toevoegen. Ze had gelijk! Het maakte deze sambal helemaal af.”
Ook voor deze sambal geldt dat je het beste na gebruik de sambal terug duwt in de pot en de binnenkant van de dop checkt op condens. Condens ontstaat zodra je de pot uit de koelkast haalt en op tafel zet.
EetIdee:
Met deze sambal kun je zoveel meer doen dan alleen op de rand van je bordje leggen; marineer er bijvoorbeeld wat kip of groenten mee, wok dit en eet het naast gekookte rijst of nassi.
Benieuwd naar deze smaak? Bestel hier!