Oma Dée haalt haar pepers uit het eigen Westland bij verschillende duurzaam telende kwekers. Waarom? Omdat het niet nodig is pepers van zo ver te halen en Oma ook graag lokale bedrijven de ‘business’ gunt.
Bovendien: de beste pepers worden tegenwoordig ook in het Westland geteeld!
Pepers worden doorgaans vanaf december gezaaid in een kas of warenhuis. Ze zijn kruidachtig als plant en niet winterhard. Ze moeten dus jaarlijks opnieuw gezaaid worden. Pepers houden van warmte. Met temperaturen boven 35° C heeft de peper absoluut geen problemen. Het rijpingsproces in een kas vindt vlugger plaats dan in openlucht.
In Nederland wordt de peper op bescheiden schaal geteeld; in het Westland heeft een aantal telers de peper ruim tien jaar geleden als product ‘ontdekt’ en sindsdien heeft het zich snel ontwikkeld en zijn diverse pepers – van mild tot zeer pittig – goed te verkrijgen. Alleen niet jaarrond, want eind oktober tot half november is het “einde seizoen” en worden de peperplanten in de warenhuizen geruimd om plaats te maken voor nieuwe aanwas. Dit heeft even tijd nodig en in deze maanden is het dan ook moeilijker én duurder om aan verse Nederlandse pepers te komen.
De meeste Westlandse telers verwarmen hun kassen vaak met restwarmte, pepers laten zich niet ontwikkelen onder lampen, ze hebben echt warmte nodig en restwarmte is dan de duurzame oplossing. Pesticiden komen er zéker niet aan te pas; voor de bescherming van de gewassen worden biologische middelen gebruikt zoals roofmijten en sluipwespen.
Zoals bij Oma’s oelek worden nu ook voor de alle sambals van Oma Dée zo veel mogelijk reststroompepers gebruikt en pepers die niet mooi genoeg zijn om in de winkels te mogen liggen. dit geeft ook nóg een duurzamer tintje aan onze sambals.